Het jaar 1975

Inmiddels werden er in 1975 door individuele leden privé-kisten aangeschaft waarmee men op Haamstede wilde vliegen. Dit werd echter door het bestuur niet toegestaan.

Een ander probleempje vormde het gebrek aan instructeurs dat van invloed was op de voortgezette opleiding. Peter de Maat en Jos Schrier werden daarom voorgedragen voor de instructie-opleiding. Voor Peter de Maat was dit een nieuwe taak naast het beheer van het clubhuis.

Het ledenverloop was helaas groot in 1975, wellicht mede door de terreinperikelen zoals eerder omschreven.

Ondanks het feit dat het aantal leden afnam en er een tekort aan instructeurs was, werd door het bestuur besloten een derde gaslier te gaan bouwen, zodat de capaciteit van de vereniging vergroot zou worden en er werd in mei een kamp op Lintfort en twee zomerkampen van drie weken gehouden. Dit zou men niet verwachten indien het ledental verminderd. Het hield de overige leden dan ook gemotiveerd

Het jaar 1976

De problematiek rond het terrein hield ook in 1976 aan. Inmiddels was met de heer Van Oord overeenstemming bereikt over het gebruik van het terrein noordoost van het vliegveld.

Van zowel Gedeputeerde Staten als de gemeente diende echter nog toestemming verkregen te worden in verband met het bestemmingsplan.

De aanschaf van de eerste plastic kist was een historische beslissing. Dit werd de Astir CS (PH-557) welke als vervanging voor de Siebert-3 werd aangeschaft. In principe was de kist bestemd voor de wedstrijdvliegers, maar kon tevens voor clubbedrijf worden ingezet. De plannen voor een kunststof tweezitter waren al gesmeed.

De Siebert-3 werd verkocht na de nationale kampioenschappen. Hiermee kwam ook een einde aan de vertegenwoordiging van de Siebert-3 mede door het stopzetten van de produktie.

Het twintigjarig bestaan werd op 16 juli gevierd met een koud buffet en aansluitend een receptie. De vereniging bestond uit 65 leden, waarvan er 15 uit de regio kwamen, en de rest uit de Randstad en Brabant. Dat de Zeeuwse inslag toch wel in de vereniging aanwezig bleef, blijkt wel uit de bijdrage van 50,- die gevraagd werd voor de organisatie van het feest. Hiervoor kreeg men dan 50 loten voor een loterij met als hoofdprijs een draagbare televisie. Deze loten kon men dan weer verkopen aan introducés of tussen 9 en 10 uur s avonds proberen in de zaal te slijten. Er werden tal van vooraanstaande mensen uitgenodigd, evenals andere verenigingen, zoals vertegenwoordigers van Lintfort, sponsors en oud-leden.

Eten en drinken veroorzaakte de nodige rommel en dat het clubhuis ook in 1976 een behoorlijke rotzooi was, mag duidelijk worden uit een van de bestuursvergaderingen waar een voorstel voor het aantrekken van een werkster gelanceerd. Het besluit hield echter in dat schoonmaakspullen aangeschaft zouden worden.

Er werden dit jaar vele prestaties gevlogen, de vloot werd uitgebreid, de nieuwe lier functioneerde uitstekend en alles was kraakloos verlopen. Als toekomstige vervanging van de Ka-8 werd een ASK-18 (PH-558) aangeschaft. Uiteindelijk is 1976 een topjaar geworden met 9000 starts.

Het jaar 1977

Na lang wachten werd dit jaar het terrein na goedkeuring van de gemeente nu dan toch eindelijk uitgebreid met het stuk grond van de heer Van Oord, zodat de lierbanen langer konden worden. Het nieuwe terrein diende geschikt gemaakt te worden en er werd maar liefst 1200 m3 grond aangevoerd en verwerkt zodat sloten gedicht konden worden. Aan het eind van het jaar werd het terrein nogmaals machinaal bewerkt, geëgaliseerd en ingezaaid, zodat verstuiving werd voorkomen.

In 1977 kende de club een verminderde activiteit op het gebied van het wedstrijdvliegen en het prestatievliegen. De thermiek liet danig verstek gaan in heel Europa. Diverse wedstrijden zoals de Nationale en Junioren vielen hierdoor in het water.

De club kenden wel een hoogtepunt als geheel daar velen hun grenzen waar het het vliegen betrof, konden verleggen. De prestaties bestonden ondermeer uit C-brevetten, overlandjes en enkele wedstrijden en bijvoorbeeld in de kampweken verricht.

Indertijd duurden de zomerkampen soms langer dan één week, namelijk een kamp van twee

weken, een kamp van drie weken en een kamp van één week. Daarnaast werd een paaskamp, herfstkamp en het traditionele kamp op Lintfort gehouden.

In het herfstkamp werd voor het eerst tussen de middag een broodmaaltijd genuttigd in plaats van de “warme hap”. Dit was voor Zeeuwse begrippen een unicum.

De vloot werd uitgebreid met een Twin Astir, die in 1978 zou komen. De B4 en de Ka-8 (PH-334) werden verkocht. In eerste instantie zou de Ka-7 worden verkocht. Er bleek echter dat meer leden op deze kist vlogen dan op de ASK-13, en de B4 niet veel werd ingezet.

De lier functioneerde nog steeds voortreffelijk en er werd daarom besloten een nieuwe lier bij te bouwen.

Inmiddels vierde “stakker”, de Volkswagen Kever, zijn 12-jarig jubileum als terreinwagen en reed in het tweede zomerkamp een dag rond getooid met opschriften, takjes en de rood wit blauwe vlag.

Eind 1977 werd een groot deel van Schouwen uitgeroepen tot Beschermd Natuurmonument. Dit betekende dat naar de letter van de wet er niet meer gevlogen mocht worden de door de vliegclub gebruikte terreinen. Er werd echter een ontheffing gegeven waardoor vliegen toch weer mogelijk werd. Het gebruik van auto’s werd aan banden gelegd tot de verharde weggedeelten. Alleen de trekker, de kever, de auto van de instructeur en de havenmeester mochten nog aanwezig zijn conform de R.L.D. vergunning. De gebruikte voertuigen dienden zoveel mogelijk in dezelfde kleur te worden gebracht om als dienstvoertuig herkenbaar te zijn. De lieren dienden op gas te functioneren en bij alle voertuigen moesten lekbakken aangebracht worden opdat lekkage van olie en brandstof op het veld werd voorkomen.

In 1977 zag het clubblad “Tussen de vleugels” opnieuw het levenslicht, voor de inmiddels derde maal. De redactie bestond uit Wim den Baars. Deze werd wegens tijdgebrek later vervangen door Dick Terleth, Paul Peeters en Peter Gerretse.

De psychiater Dr. A. Nus begon zijn wetenschappelijke verhandelingen in het clubblad en deed veel stof opwaaien bij zijn messcherpe analyses.

Ter afsluiting van het jaar werd het inmiddels traditionele kerstdiner georganiseerd onder leiding van Maître van Wijk in de schuur van de penningmeester die notabene zelf niet aanwezig was. Men rekende er alvast op dat deze het volgende jaar weer op vakantie zou gaan.

Het ledental bestond inmiddels uit 50 vliegende leden die tezamen 5795 starts hadden gemaakt.

Het jaar 1978

In de winterwerkperiode van 1977/78 werd het clubhuis grondig gerenoveerd.

Het clubhuis werd al een aantal jaren beheerd door Peter de Maat. Om hem te ondersteunen in zijn taken werd de eerste clubhuiscommissie in het leven geroepen, die naast voornoemde persoon bestond uit Piet van Wijk en Nico Schrier.

In april kwam eindelijk de nieuwe Twin Astir op het veld. De vloot onderging niet alleen een uitbreiding. Aan het einde van het jaar werd besloten de Ka-8 (PH-372) te verkopen en hiervoor een ASW-19 aan te schaffen. Hierbij werd tevens in de vorm van een bouwpakket een aanhanger meegeleverd. Veel leden hadden moeite om afstand te doen van de Ka-8 die veel voor doellanden en slipoefeningen werd gebruikt. Deze diende echter toch een grote onderhoudsbeurt te krijgen hetgeen te kostbaar zou worden. Niet alleen de Ka-8, maar ook de Ka-7 werd verkocht. Deze kist ging naar de D.S.A.

Het onderhoud aan alle kisten werd verricht door de vliegtuigtechnici: de heren Tromp en L. Bom.

Er werden ook dit jaar weer kampen georganiseerd, identiek aan het jaar ervoor.

Er bleef tussen de middag warm gegeten worden, waarbij de pauze tussen de middag van 12.45 tot 14.00 uur duurde, met ‘s avonds een half uur voor de boterham.

Er werd in augustus een kamp op Lintfort georganiseerd onder leiding van Co Coomans. Van Lintfort kwam een ASK-13 met 13 leerlingvliegers op Haamstede oefenen. Inmiddels waren drie instructeurs beschikbaar: Co Coomans, Jos Schrier en Peter de Maat. Deze uitbreiding verlichtte de taak van Coomans aanzienlijk, die anders deze kampen alleen dienst had moeten doen.

Niet alleen op initiatief van de vereniging, maar ook op eigen initiatief werden kampen georganiseerd. Zo trok een groepje leden tezamen naar het Frans Bourges om daar nieuwe ervaringen op te doen.

De grootste strubbelingen rond het gebruik van het vlieg veld waren inmiddels achter de rug. Er deed zich nog eenmaal een heel klein probleempje voor, daar zweefvliegen niet de enige activiteit was die zich op het veld afspeelde. Toentertijd werd er namelijk ook modelvliegen beoefend op het terrein, dit echter niet naar de zin van de gemeente die bezwaar aantekende na klachten van omwonenden over de geluidsoverlast. De zaak werd vervolgens geregeld conform de voorschriften van de R.L.D..

Om naast het vliegen eens even te ontspannen werd er een clubfeest in hotel ‘Vliegveld’ gehouden. Met een koud buffet en muziek vierde de gezelligheid hoogtij.

Naast een groot feest, werd in de winterwerkperiode ‘s zaterdagavonds allerlei evenementen zoals de grote gokavond en een Schotse avond georganiseerd om de leden in het koude jaargetijde het nodige vertier te bezorgen.

Het jaar 1979

In 1979 ontstond bij Adrie Bom het idee een motorzwever aan te schaffen, bijvoorbeeld een SF 25 C. Hierop volgde een behoorlijke discussie. Aanleiding voor dit idee was een ledenbinding te bewerkstelligen daar oudere leden door tijdgebrek vaak afvielen. Hierdoor konden de zogenaamde kaderfuncties moeilijker bezet worden. Met de motorzwever zou toch gevlogen kunnen worden waarbij minder tijd op het veld doorgebracht hoefde te worden en zodat oudere leden konden worden behouden. Of dit een privé- of clubkist moest worden, was nog niet duidelijk. Na informatie te hebben ingewonnen bij de gemeente bleek echter dat hiervoor geen ontheffing verleend kon worden in verband met het waterwingebied (brandstoftank), waardoor verder onderzoek naar het gebruik van de motorzwever niet meer interessant was.

In het voorjaar vertrok een groep richting het Frankrijk voor een kampje in het eerder genoemde Bourges. Geheel in de traditie van de zweefvliegvereniging diende uiteraard vlak voor vertrek de ophaalwagen nog pasklaar gemaakt te worden. Reeds toen legde

Willem den Baars jr. hier de laatste hand aan. De kisten, die werden meegenomen waren de Twin, de Astir CS en de ASW-19. Voor dit kamp werd speciaal een aanhanger aangeschaft voor de Twin Astir. Het kampje viel helaas wat tegen door de slechte weersomstandigheden.

Naast het kamp in het buitenland werden op Haamstede ook de zomer- en herfstkampen weer als vanouds gehouden. De vliegers van Lintfort lieten helaas voor het eerst verstek gaan. Ook de bezetting van de zomerkampen bleek een probleem te worden.

De ingediende bouwplannen voor de uitbreiding van de hangar werden eind 1979

afgewezen door de gemeente in verband met de bestemming als ‘Beschermd Natuurgebied’. De bouwaanvraag van de aanbouw van de hangaar bleek een aantasting van het maatschappelijk schoon en was derhalve afgekeurd. Hiertegen werd door de vereniging bezwaar aangetekend; de gebouwen stonden er immers al voor het bestemmingsplan.

In tegenstelling tot de zeggenschap zoals de vereniging die bij de gemeente had, werd die van de leden bij de vereniging wel vergroot. De kiesgerechtigde leeftijd van de jonge leden werd van 18 naar 16 jaar verlaagd, hetgeen een teken was dat de jeugd in opkomst bleek en zijn zegje wilde doen.